Verslag Masterclass Commerciële Persberichten

01-11-2005

Universitair docent Henk Pander Maat geeft een select gezelschap van UCK-leden zijn masterclass. Na een intensieve inleiding volgt een bevlogen uitwisseling van informatie met de groep. Henk Pander Maat gaat diepgaand in op hoe journalisten worstelen met de taal van schrijvers van persberichten.

In een hoog tempo passeren zo tips en trucs voor schrijvers van persberichten de revue. Vragen als ‘hoe wek ik de interesse van de journalist?’ en ‘hoe niet-journalistiek moet je een persbericht schrijven wil hij nog interessant zijn voor de journalist?’ zijn al gauw punten van bespreking.
Het is een inspirerende bijeenkomst met door de wol geverfde deskundigen. De bij binnenkomst donkere collegezaal in de bibliotheek van de universiteit is bijna drie uur lang levendig en licht.

De docent
Henk Pander Maat deed onderzoek naar de taal in persberichten. De vraag die hij zich stelde was: wat van die taal wordt overgenomen door journalisten? In hoog tempo gaat hij zowel in op de details als geeft hij voor de masterclassdeelnemers een overzicht van ‘ transformaties’. De deelnemers geven uit de praktijk onder meer voorbeelden van hun ervaring. Ook de docent leert van deze masterclass.

De masterclass zelf
De deelnemers zijn niet allemaal schrijvers van persberichten. Wim Datema van JCM-tekstproducties: ‘Ik schrijf van alles voor opdrachtgevers. Maar het komt eigenlijk weinig voor dat opdrachtgevers hun persberichten uitbesteden.’ Jan Halkes van Nieuwsbank BV: ‘Mijn bedrijf verzamelt persberichten en stelt ze beschikbaar voor geïnteresseerden. Ik beoordeel persberichten op hun nieuwswaarde.’

Dat ook doorgewinterde schrijvers deelnemen aan de masterclass blijkt wel uit hun reacties op vragen van de docent. Martine Boer van Human Inference: ‘Ik schrijf persberichten wanneer we een nieuw product op de markt zetten, wanneer een nieuwe medewerker in dienst is getreden, bij nieuwe releases, etc. ‘ Claudia Kuijpers van het Nederlands Spoorwegmuseum: ‘Ik schrijf de persberichten en ik bedenk de inhoud. Ik zoek naar goede aanleidingen.’ Roy Meijer, persvoorlichter van de Universiteit Utrecht: ‘Wij schrijven zo’n 200 persberichten per jaar. De persberichten van de Universteit houden rekening met- en ondersteunen de corporate identity van de universiteit.‘ Titia Ysebaert van Taal-to-taal Motivator for Metamorfoses geeft sinds 1992 les in het schrijven van persberichten – zij is in deze masterclass meester onder meesters.

Enkele indrukken uit de bijeenkomst
Henk Pander Maat maakt gebruik van een eenvoudig middel om zijn kennis over te brengen: een hand-out. Hij gaat in op onderzoeksresultaten van de Vlaamse taalwetenschapper Geert Jacobs. Zo geeft hij adviezen aan persberichtschrijvers hoe zij hun bericht korter, leesbaarder en neutraler kunnen maken. Hij zegt: ‘ Een persbericht is niet puur reclame.’ En ‘Een goed persbericht is zo geschreven dat daaraan bijna niets veranderd hoeft te worden.‘ Dat het toch nog ingewikkelder ligt, blijkt uit informatie over persberichten vanuit de wereld van de luchtvaart: ‘Een persbericht vanuit de luchtvaart met als doel promotie wordt aanvaard’. Ook zegt hij ‘Probeer niet een persbericht te schrijven dat een journalist één op één in een medium kan overnemen. Dat vindt de journalist niet interessant’. De docent spreekt over persberichten als ‘voorformulering’.

Het ging Henk Pander Maat in zijn onderzoek om de vraag ‘Als een journalist een zin uit een persbericht gebruikt, wat verandert hij dan?’ In een hand-out zette hij het resultaat van zijn onderzoek uiteen. Met de toelichting geeft hij redenen genoeg voor de deelnemers daarop te reageren.
Zo wordt de masterclass een rijke bron aan informatie, ook voor diegenen die in de praktijk van hun werk geen persberichten schrijven – zoals schrijver dezes.

Geertjan Benus
Utrecht, 26 oktober 2005

« Terug

Lees overig nieuws

Sluiten