Hogeschool van Utrecht geeft Scompany-concept in licentie

dinsdag 24 februari 2004

Sinds 1999 heeft de School voor Communicatiemanagement een adviesbureau binnen de gelederen: SCOMPANY. Het concept is een groot succes. Niet alleen opdrachtgevers staan in de rij. Ook andere faculteiten binnen de Hogeschool van Utrecht willen het concept overnemen. En als klap op de vuurpijl zal het in licentie worden gegeven aan enkele buitenlandse opleidingen.

Paul Linders, bureaumanager en docent Communicatie, ontwikkelde het idee van Scompany eind jaren ’90. Het curriculum van de School voor Communicatiemanagement (SCOM) werd omgegooid en er ontstond de gedachte dat er meer moest worden gedaan aan de vorming van een professionele beroepshouding en aan een koppeling tussen theorie en praktijk. Vanuit deze gedachte kwam Linders op het idee een bureau te starten. Binnen dat bureau zou er dan op dezelfde manier worden gewerkt als in de beroepspraktijk. In juni 1999 begon Linders, samen met de toenmalige adjunct-directeuren Coen van der Linden en Dymph van der Laan, het bureau-idee serieus vorm te geven.

In november van datzelfde jaar volgde de aftrap. Inmiddels is SCOMPANY een niet meer weg te denken onderdeel van de opleiding. Bovendien is het concept als eerste in het buitenland geïntroduceerd aan de Lancashire University in Engeland. Verschillende andere universiteiten zijn aan het bekijken hoe zij het concept kunnen opnemen in het curriculum.

Duidelijke eisen

‘De Lancashire University is met zijn 30.000 studenten een grote organisatie’, zegt Linders. ‘We zijn er dus best trots op dat zo’n universiteit ons concept over wil nemen. Maar toch hebben we duidelijke eisen gesteld.’ Opleidingen (of ze nou nationaal of internationaal zijn) mogen het concept overnemen, maar dan moeten ze wel voldoen aan een aantal voorwaarden.

‘We staan niet op de markt, dus het is niet zo dat zomaar elke geïnteresseerde zijn zin krijgt. We verwachten van zo’n opleiding dat ze de koppeling tussen theorie en praktijk net zo hoog in het vaandel hebben als wij. Een andere voorwaarde is dat ze minstens 75% van ons concept gebruiken. Natuurlijk zal elke opleiding een andere curriculumopbouw hebben, waar het in moet passen. Maar ondanks de noodzaak tot aanpassingen houden wij aan die voorwaarde vast.’ Linders schat dat de Engelsen zo’n 80 à 90% van het concept zullen overnemen.

Niet alleen vanuit Engeland is belangstelling getoond. Ook de universiteiten van Helsinki, Valencia en Mechelen zijn zich aan het oriënteren. Linders: ‘Ik denk wel dat zij besluiten de module in hun curriculum op te nemen. En in Finland heeft men eigenlijk al besloten om gebruik te gaan maken van ons idee. Gestreefd wordt naar een internationaal bureaunetwerk dat ook Europees onderzoek gaat doen.’

Eigen land

Na vijf jaar is SCOMPANY met recht een succes te noemen. Naast de internationale interesse, zijn er belangwekkende ontwikkelingen te melden uit eigen land. Ten eerste heeft een aantal faculteiten van de Hogeschool van Utrecht aangegeven een adviesbureaumodule te willen toevoegen aan het curriculum. ‘Dat wordt dan bij wijze van spreken een productontwerpbureau bij de Faculteit Natuur en Techniek’, legt Linders uit.

Ten tweede wordt een nieuwe tak opgericht: ResearchCOMPANY. Linders: ‘Onder de vlag ResearchCOMPANY zullen we marktonderzoekopdrachten gaan uitvoeren. Opdrachtgevers krijgen dan een onderzoeksrapport, in plaats van een compleet communicatieplan. SCOMPANY voerde altijd al onderzoeksprojecten uit, maar bij ResearchCOMPANY ligt de nadruk er geheel op. Dat betekent dat er ook verschillende onderzoekstechnieken gebruikt zullen worden. Een meer specialistische aanpak, dus. We gaan onder meer gebruik maken van web based vragenlijsten en tele research. Bij ResearchCOMPANY zullen gerenommeerde marktonderzoekbureaus partner zijn, zoals MarketingTribune en De Baak - het managementcentrum van VNO/NCW - dat al vanaf het eerste moment zijn voor SCOMPANY.’

Aha-erlebnis

Het didactische principe achter SCOMPANY is eigenlijk heel simpel: studenten moeten een soort aha-erlebnis hebben. ‘We zochten naar een plek waar studenten hun theoretische bagage kunnen koppelen aan de praktijk’, vertelt Linders. ‘Als je “consultant” op je kaartje wilt zetten, moet je immers wel wat gezien en gedaan hebben. Centraal staat daarbij de attitudeontwikkeling als consultant.’

Kennis die in eerdere jaren opgedaan is, kan in de SCOMPANY-module worden toegepast. Bovendien kunnen studenten via de module, in een betrekkelijk veilige omgeving, kennis maken met de beroepspraktijk: in het derde studiejaar zijn zij ‘in dienst’ van het adviesbureau en voeren ze, onder begeleiding van docenten, als consultant externe opdrachten uit. ‘SCOMPANY is met name een module waarin studenten ontdekken waar ze goed en minder goed in zijn, en waar hun interesses liggen. En vaak ook wat ze nou eigenlijk willen gaan doen, na hun studie.’

Als gevolg van de ISO-certificering die SCOMPANY heeft verkregen, voert Linders veelvuldig onderzoek waar dit uit blijkt. Studenten en docenten worden in alle blokken nauwlettend gevolgd. Er wordt dan ook jaarlijks onderzoek onder de opdrachtgevers gedaan. ‘Dat opdrachtgevers tevreden zijn en terugkomen, bewijst voor mij dat dat de consultants het goed doen’, zegt Linders. ‘En de studenten zelf hebben er blijkbaar zo’n goed gevoel over, dat ze hier nu zelf spullen komen halen waarmee ze SCOMPANY verder onder de aandacht brengen van potentiële opdrachtgevers bij de overheid, in de non-profitsector, bij het bedrijfsleven en ook bij bureaus.’

« Terug

Sluiten