NOS Nieuws zoekt samenwerking met vloggers
Mediamerken worstelen met hun rol in het tijdperk van social media. Omroepbestuurders toonden zich donderdag 23 juni op hun jaarcongres op het Hilversumse Mediapark beduusd over de rap dalende populariteit van televisie onder jongeren. "Het is alle hens aan dek. De snelheid van de daling van het televisiekijken onder jongeren heeft ons verrast”, erkende Bert Habets van RTL Nederland. Jan de Jong van de NOS deelde een sneak preview van een nieuwskanaal met vloggers dat mogelijk dit najaar wordt gelanceerd.
De Jong verklaarde dat hij de strijd om tijdloze content (drama) als verloren beschouwt voor de omroepen. Voor tijdgebonden content en gezamenlijke beleving ziet hij wel een toekomst weggelegd. Op Instagram boekt de nationale nieuwsorganisatie daarmee succes. Onder de noemer NOS Lab wordt geëxperimenteerd met andere kanalen. Met Youtube wil dat nog niet lukken. Daarom zoekt de NOS de samenwerking met vloggers.
Glibberig pad
“De conversatie is de nieuwe interface”, was de kernboodschap van keynotespeaker Matt Locke tijdnes het Mediapark Jaarcongres. De Engelsman erkende dat hij de opmars van mobiele apparaten en vooral social media als strateeg van BBC niet had voorzien. Nu begeleidt hij mediabedrijven op het glibberige pad van 'het frame' – de macht van de massamedia over content – naar die van 'de stream', de uiterst persoonlijke mediaconsumptie van vandaag de dag. Na het tijdperk van het web en de app moeten mediamerken nu een plaats zien te veroveren in de gesprekken die worden gevoerd op bijvoorbeeld social media, messenger-apps, stelt hij.
Regie op afstand
Ziggo Sport maakte tijdnes het omroepcongres bekend dat het haar intrek neemt in Studio 20 van het Mediapark in Hilversum en dat het gebriuik gaat maken van de cloudfaciliteiten van NEP (voormalige Dutchview). Dat systeem maakt de dure regiewagens overbodig. De regisseur hoeft dan niet op locatie te zijn, maar kan zijn werk op afstand doen, hetgeen een enorme kostenbesparing oplevert.
Tekst: Arjan van der Knaap. Foto: Inge Pont